11 januari 2023
Op 27 december 2022 vond de publicatie van de Eindejaars-regeling 2022 plaats. Hierin is de mogelijkheid opgenomen om gedeeltelijk willekeurig af te schrijven op investeringen in aangewezen nieuwe bedrijfsmiddelen. Deze mogelijkheid geldt voor investeringen die u in 2023 aangaat. Dit biedt u mogelijk liquiditeitsvoordeel.
Bedrijfsmiddelen en afschrijving
Bedrijfsmiddelen zijn zaken die u duurzaam voor het drijven van uw onderneming gebruikt. De kosten hiervan kunt u niet direct ten laste van het resultaat brengen in het jaar van aanschaf. In plaats daarvan schrijft u jaarlijks een gedeelte af. Elk jaar trekt u dus een deel van de kosten af. De afschrijvingsduur is afhankelijk van de technische of economische levensduur. Fiscaal geldt een minimum van vijf jaar (maximaal 20% per jaar afschrijven). Bij de afschrijving moet u rekening houden met een eventuele restwaarde.
Willekeurige afschrijving betekent dat u zelf bepaalt hoe en wanneer u een bedrijfsmiddel in enig jaar afschrijft. Ook hier mag u maximaal afschrijven tot aan de restwaarde. U kunt dus bijvoorbeeld in het jaar van aanschaf de volledige aanschafkosten (rekening houdend met een restwaarde) ten laste van het resultaat brengen.
Tijdelijke regeling willekeurige afschrijving in 2023
De tijdelijke regeling willekeurige afschrijving aangewezen bedrijfsmiddelen, houdt het volgende in: u mag voor aangewezen investeringen in nieuwe bedrijfsmiddelen in 2023 tot maximaal 50% van de investering willekeurig afschrijven in dat jaar. Op het restant vindt reguliere afschrijving plaats. Omdat u de afschrijvingskosten deels naar voren haalt, biedt dit u mogelijk liquiditeitsvoordeel. Het totaal aan afschrijvingskosten over de gehele levensduur verandert niet.
Voorwaarden regeling willekeurige afschrijving
De regeling willekeurige afschrijving geldt alleen voor aangewezen bedrijfsmiddelen. Welke dit zijn is geregeld in artikel 13 Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving 2001. De regeling geldt enkele voor nieuwe investeringen die in 2023 worden aangeschaft en uiterlijk vóór 1 januari 2026 in gebruik worden genomen. De regeling geldt dus niet voor tweedehandse bedrijfsmiddelen.
Daarnaast staat in de uitvoeringsregeling welke bedrijfsmiddelen niet in aanmerking komen voor de nieuwe regeling willekeurige afschrijving:
- gebouwen;
- schepen;
- vliegtuigen;
- bromfietsen en motoren;
- personenauto’s die niet zijn bestemd voor beroepsvervoer (auto’s zonder CO2-uitstoot komen wel in aanmerking voor de willekeurige afschrijving);
- immateriële activa zoals vergunningen en goodwill;
- dieren;
- bedrijfsmiddelen die hoofdzakelijk zijn bestemd voor verhuur;
- voor het openbaar verkeer openstaande wegen en paden, inclusief bruggen, viaducten, duikers en tunnels;
- bedrijfsmiddelen die al willekeurig worden afgeschreven op grond van een andere regeling.
Afbakeningsproblemen bij gebouwen
Gebouwen kunnen volgens deze regeling dus niet willekeurig worden afgeschreven. Dit kan in de praktijk tot afbakeningsproblemen leiden. Voor bedrijfsmiddelen die onlosmakelijk aan het gebouw zijn verbonden, is immers niet eenduidig aan te geven of zij tot het gebouw behoren of een aanhorigheid aan het gebouw zijn. Zulke bedrijfsmiddelen zouden los van het gebouw in principe in aanmerking komen voor de regeling, maar zijn in samenhang met gebouw mogelijk uitgezonderd.
Een afbakeningsprobleem kan bijvoorbeeld ontstaan bij zonnepanelen op daken van gebouwen. In het dak geïntegreerde zonnepanelen zullen per definitie als onderdeel van het gebouw worden aangemerkt. Dit vraagstuk is complexer als het gaat om zonnepanelen die op het dak zijn gemonteerd, maar verder niet dienstbaar zijn aan het gebouw.
Overweegt u bedrijfsmiddelen aan te schaffen waarbij u van de willekeurige afschrijving gebruik wil maken? Laat u dan goed adviseren als u twijfelt of een bepaald bedrijfsmiddel als onderdeel van het gebouw moet worden aangemerkt. Uw Ysel BPO Services adviseur staat u graag bij.