Oordeel Herstelwet

Sinds 2017 wordt de verschuldigde belasting over box 3 bepaald op basis van een systeem waarin zowel de vermogensverdeling als het rendementspercentage van belastingplichtigen forfaitair werden vastgesteld. De Hoge Raad oordeelde in december 2021 (het Kerstarrest) dat deze manier van belastingberekening in strijd was met Europees recht. Met invoering van de Herstelwet, van toepassing op de jaren 2017 tot en met 2022, is geprobeerd deze strijdigheid weg te nemen door een systeem te hanteren waarin meer wordt aangesloten bij de werkelijke vermogensverdeling door het vermogen in drie categorieën te verdelen: bank- en/of spaartegoeden, overige bezittingen en schulden.

De Hoge Raad constateerde op 6 juni 2024 dat ook de Herstelwet onvoldoende rechtsherstel biedt voor belastingplichtigen die (risicovol) beleggen. Door toepassing van een forfaitair rendementspercentage op overige bezittingen (waaronder beleggingen) blijven de verschillen in behandeling van succesvolle en minder succesvolle beleggers te groot. Wanneer het werkelijk behaalde rendement lager is dan het forfaitair berekende rendement op basis van de Herstelwet, zal daarom aanvullend herstel moeten worden geboden.

Oordeel Overbruggingswet

Hetgeen de Hoge Raad overweegt ten aanzien van de Herstelwet, geldt ook voor de op 1 januari 2023 in werking getreden Overbruggingswet. Ook in de Overbruggingswet worden forfaitaire rendementspercentages toegepast. Deze percentages zijn weliswaar gebaseerd op vrij actuele gemiddelden, maar sluiten niet aan bij het werkelijk behaalde rendement en heffen daarmee de ongelijke behandeling van succesvolle en minder succesvolle beleggers niet op.

Oordeel berekening werkelijk rendement

Wanneer het werkelijk behaalde rendement lager is dan het forfaitair berekende rendement, dient er aanvullend rechtsherstel te worden geboden door alleen het werkelijke rendement in de box 3-heffing te betrekken.

Voor de berekening van het werkelijk rendement geeft de Hoge Raad in zijn arresten de volgende handvatten:

  • Het gaat om het werkelijke rendement over de volledige heffingsgrondslag, zonder aftrek van het heffingsvrije vermogen.
  • De berekening van het werkelijk rendement dient voor alle vermogensbestanddelen gezamenlijk plaats te vinden, dus niet per vermogensbestanddeel afzonderlijk.
  • Bij de vaststelling van het werkelijke rendement op het hele vermogen is het saldo van positieve en negatieve resultaten van de verschillende vermogensbestanddelen in het betreffende jaar van belang (dus niet alleen op de peildatum).
  • (Negatief) rendement uit andere jaren mag niet in de vergelijking worden meegenomen. Vormen van verliesrekening zijn dus uitgesloten.
  • Het is van belang om aan te sluiten bij het nominale rendement, de invloed van inflatie dient buiten beschouwing te blijven.
  • Tot het werkelijke rendement behoren ook ongerealiseerde waarde-mutaties. Denk aan de waardevermeerdering van een tweede woning of de waardeaangroei van een beleggingsportefeuille.
  • Er wordt in principe geen rekening gehouden met kosten. Al mag bij de berekening van het werkelijke rendement over het hele vermogen rekening worden gehouden met de rente op daarvan onderdeel uitmakende schulden.

Oordeel vergoeding rente bij belastingvermindering box 3

De Hoge Raad oordeelt dat in de regel mag worden aangenomen dat, voor belastingplichtigen die onevenredig nadeel ondervinden van de huidige box 3-heffing, belastingheffing op basis van het werkelijke rendement voldoende rechtsherstel biedt. Er hoeft in beginsel geen aanvullende schadevergoeding, in de vorm van de vergoeding van (wettelijke) rente, te worden gegeven. Alleen in situaties waarin de berekende wettelijke rente hoger is dan de belastingvermindering komt een belastingplichtige mogelijk wél in aanmerking voor een (gedeeltelijke) rentevergoeding.

Gevolgen voor aanslagen box 3 voor jaren 2017 tot en met 2022

In de afgelopen jaren zijn definitieve belastingaanslagen opgelegd, waarbij belastingplichtigen bezwaar hebben kunnen maken tegen het box 3-inkomen. Als je dit gedaan hebt, dan kun je mogelijk belasting terugkrijgen. Dit kan alleen als je aan kunt tonen dat het werkelijke rendement lager is dan het bij de aanslag op basis van het rechtsherstel berekende inkomen.

Verder zijn er over de jaren 2021 en 2022 belastingaanslagen aangehouden. De Belastingdienst zal nog contact opnemen met belastingplichtigen om de aanslag over deze jaren definitief op te kunnen leggen op basis van door jou nog aan te leveren gegevens. Deze gegevens zijn nodig om het werkelijk rendement conform het door de Hoge Raad aangegeven te berekenen. Leidt de berekening op basis van werkelijk rendement tot een lagere aanslag dan op basis van forfaitaire rendementen, dan zal de Belastingdienst bij het opleggen van de aanslag hiermee rekening houden.

Gevolgen voor belastingheffing jaren 2023 en verder

Omdat het belastingstelsel vanaf 2023 is gebaseerd op een andere wet en deze Wet overbruggingswet box 3 dezelfde kenmerken heeft als de Wet rechtsherstel box 3, zijn er ook gevolgen voor aanslagen 2023 die nog opgelegd worden. Dit geldt ook voor aanslagen over box 3-inkomen over 2024 en de komende jaren, totdat de wetgeving is gewijzigd.

Aandeel reservefonds Vereniging van Eigenaren

De Hoge Raad heeft ook uitspraak gedaan over de belastingheffing in box 3 over een aandeel in een reservefonds van een VvE (Vereniging van Eigenaren). In de procedure kwam aan de orde in hoeverre dit aandeel in de jaren 2017 tot en met 2022 tot de categorie Overige bezittingen, met een hoger forfaitair rendement dan het werkelijke rendement, mag behoren. Dat is het geval. Er vindt alleen vermindering van de aanslag plaats als het forfaitaire rendement over het gehele vermogen in box 3 (inclusief banktegoeden) hoger is dan het werkelijke rendement.

Geen vergoeding rente over teveel betaalde belasting, op enkele uitzondering na

De Hoge Raad heeft op 6 juni 2024 ook bepaald dat er geen rente wordt vergoed over teveel betaalde box 3-belasting.

Vervolg

De arresten van 6 juni 2024 hebben op een aantal belangrijke punten duidelijkheid verschaft, maar dit neemt niet weg dat de toepassing van de door de Hoge Raad gegeven richtlijnen in de praktijk nog de nodige nieuwe vragen kan oproepen. Indien wij behulpzaam kunnen zijn bij het in kaart brengen van de gevolgen voor uw box 3-positie, u kunnen helpen bij het maken van werkelijk rendementsberekening of u kunnen ondersteunen bij het maken van bezwaar, neem dan vooral contact op met één van onze adviseurs. Samen met u kunnen wij dan bepalen of bezwaar maken tegen de heffing in BOX III een teruggave aan teveel betaalde BOX III heffing kan opleveren.