Uiterlijk 1 juni 2025 moeten zorgaanbieders weer een jaarverantwoording inleveren bij het CIBG. Althans, in principe, want natuurlijk zijn er ook weer uitzonderingen.

De jaarverantwoording gaat over het boekjaar 2024 en bestaat vaak uit een jaarrekening en vragen over de praktijk. Eenmanszaken leveren kengetallen aan, in plaats van een jaarrekening. Voor samenwerkingsverbanden zoals de maatschap geldt dat voor het samenwerkingsverband moet worden aangeleverd, niet voor de individuele zorgverlener.

Aanpassingen in de regeling

– Bestaande praktijken die voor 1 januari 2022 zijn opgericht, hoefden tot dusver geen jaarverantwoording aan te leveren. Die uitstelregeling vervalt (de ‘pauzeknop’).
– De regels voor micropraktijken zijn nieuw. De informatie die door micropraktijken moet worden aangeleverd, is nu beperkter en niet meer openbaar.

Nieuwe regels voor micropraktijken

Een micropraktijk is een praktijk met ten minste twee kenmerken van een erg kleine onderneming:
1. Het gemiddelde aantal werknemers is 9 of minder.
2. De waarde van de activa van minder dan € 450.000. En/of
3. De netto omzet is niet meer dan € 900.000.
Naar verwachting is zo’n vijftig tot vijfenzeventig procent van de zorgverleners een micropraktijk.

De ingestuurde informatie van micropraktijken, wordt niet meer op internet gepubliceerd. De jaarverantwoording van andere praktijken is uitgebreider en wél openbaar, dus voor iedereen in te zien.

Een micropraktijk stuurt de volgende informatie over 2024 naar het CIBG:
1. Een antwoord op een paar feitelijke vragen.
2. Een beknopte jaarrekening.

Praktijken moeten een paar feitelijke vragen beantwoorden

De te beantwoorden vragen voor micropraktijken zijn beperkt tot een paar feitelijke vragen over de praktijk en de zorgverlening in het jaar. Micropraktijken hoeven alleen door te geven aan hoeveel patiënten zorg is verleend en door hoeveel zorgverleners dat gemiddeld per maand gebeurde, naast wat (KVK) gegevens over de praktijk. Met deze vragen is tegemoet gekomen aan de wens van zorgverleners om de administratieve lasten te verminderen.

Tijdig beschikken over een beknopte jaarrekening

De termijn voor zorgverleners om aan hun wettelijke verplichting te voldoen is flink ingekort. Van twaalf- naar vijf maanden. Daarbij is toegelicht dat drie overgangsjaren voldoende zou moeten zijn om in de toekomst het zelfde werk te doen in minder dan de helft van de tijd. Een accountant zou in een panelgesprek gezegd hebben dat die kortere termijn haalbaar is (n = 1). Dat de beroepsvereniging van accountants denkt dat een vijfmaandstermijn te kort is, legt kennelijk minder gewicht in de schaal.

Voor het eerst

Zorgverleners die voor het eerst een jaarverantwoording openbaar moeten maken, kunnen voor de aanlevering van gegevens over het boekjaar 2024 nog wel uitstel krijgen. Deze zorgaanbieders hoeven de verantwoording dan pas uiterlijk op 30 december 2025 openbaar te maken. Voor deze groep keurt de NZa een verzoek om uitstel goed, mits het daarvoor bestemde formulier uiterlijk 1 april 2025 ontvangen is.

Uitstel aanvragen is daarnaast ook mogelijk als een zorgaanbieder er niets aan kan doen, dat hij of zij nog geen jaarverantwoording in kan indienen (overmacht).

Wanneer Ysel voor u de jaarcijfers verzorgt, dan informeren wij u tijdig of een uitstelverzoek nodig is.

[Bron Raadgevers Kuijkhoven /02-12-2024]